Rinus
Training
Het uitspelen van de één tegen één situatie (14)
- ¼ veld
- 4 - 6 spelers
- O8 & O9
- 75 min
Doelstelling
Uitspelen van één tegen één situatie verbeteren
Voorbereiding
Noteer de afmetingen van de veldjes van elke vorm en maak een schets van de verdeling ervan over het veld.
Dit heb je nodig
- 8 voetballen8
- 9 pilonnen9
- 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
- 6 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes10
- 4 gele hoedjes, 2 oranje hoedjes6
Opstartvorm - 10 min
Zitten op de troon
- 10 meter
- 10 meter
- Er worden tweetallen gemaakt die tegen elkaar spelen
- Tussenbeide komt een hesje op de grond te liggen, dit hesje is de troon
- De tweetallen houden elkaar vervolgens vast bij de bovenarmen of polsen
- Spelers scoren een punt door op de troon te gaan zitten
- Spelers moeten elkaar ten alle tijden vasthouden
- 9 pilonnen9
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
Oefening 1 - 15 min
Oversteekspel - 1 verdediger
- 20/25 meter
- 10/15 meter
- Drie tot vier spelers proberen met de bal naar de overkant te dribbelen
- Na het passeren van de verdediger kunnen de aanvallers alleen punten krijgen wanneer ze over de lijn aan de overkant dribbelen en vervolgens via het ‘slootje’ terugkomen
- Als de verdediger de bal verovert en de bal onder controle heeft (bal onder de voet), of als de bal van de aanvaller buiten de ruimte komt, krijgt de verdediger 1 punt
- De speler die het eerste 5 punten haalt is de winnaar, de verdediger die in 2 minuten de meeste punten haalt is de winnaar
- 5 voetballen5
- 9 pilonnen9
- 5 oranje hesjes, 1 blauw hesje6
Oefening 2 - 15 min
Dribbeltikspel
- 15/20 meter
- 10/15 meter
- Alle spelers hebben een bal
- Twee spelers fungeren als tikker en proberen, al dribbelend, zoveel mogelijk spelers te tikken binnen 45 seconden
- Wanneer de bal buiten de ruimte komt beginnen de tikkers opnieuw met tellen
- Wanneer de overige spelers buiten de ruimte dribbelen is dit een punt voor de tikkers
- De verdedigers die samen in 45 seconden de meeste punten halen zijn de winnaar
- Na 45 seconden wisselen van tikker
- 8 voetballen8
- 4 pilonnen4
- 6 oranje hesjes, 2 blauwe hesjes8
- 4 gele hoedjes4
Oefening 3 - 15 min
1 tegen 1 scoren op 2 kleine doelen
- 10 meter
- 15 meter
- Aanvaller dribbelt het veldje in en kan scoren op één van de twee kleine doelen
- De verdediger kan scoren door de bal te veroveren en over de achterlijn bij de aanvallers te dribbelen
- Als de bal uit is, of als er gescoord is, start er direct een nieuwe aanvaller. De oude aanvaller moet direct omschakelen en wordt verdediger
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
- 4 oranje hesjes, 1 blauw hesje5
- 3 gele hoedjes, 2 oranje hoedjes5
Oefening 4 - 20 min
4 tegen 4 met 2 kleine doeltjes
- 30/40 meter
- 20 meter
- Beide teams kunnen scoren door de bal in een klein doel te passen-mikken
- Als de bal uit is, indribbelen
- Bij een achterbal of hoekschop, indribbelen
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
- 2 gele hoedjes2
