Rinus
Training
Het positiespel in de opbouw (17)
- ¼ veld
- 4 - 10 spelers
- O10
- 60 min
Doelstelling
Positiespel in opbouw verbeteren
Voorbereiding
Noteer de afmetingen van de veldjes van elke vorm en maak een schets van de verdeling ervan over het veld.
Dit heb je nodig
- 9 voetballen9
- 12 pilonnen12
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 1 pupillen doel van 5 bij 2 meter1
- 1 senioren doel van 7 bij 2 meter1
- 9 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes13
- 8 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes, 2 witte hoedjes18
Opstartvorm - 5 min
1 tegen 1 pionnen pakken
- 5 meter (per vak)
- 5 meter (per vak)
- Er worden tweetallen gemaakt die tegen elkaar spelen
- Vanaf de zijkant van het vak bewegen zij, op het signaal van de trainer, zijwaarts met de gezichten naar elkaar toe tot aan het midden van het vak
- Op dat moment begint het spel en probeert de aanvaller één van de twee pionnen in de hoek aan te tikken
- De verdediger mag dit voorkomen door zijn of haar lichaam te gebruiken en de armen breed te maken, er mag niet worden geduwd of getrokken
- Een potje duurt zes seconden, waarbij de aanvaller een punt krijgt als de pion aangetikt wordt en de verdediger een punt als dit voorkomen wordt
- 9 pilonnen9
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
- 8 gele hoedjes8
Oefening 1 - 15 min
Dribbelschietspel met 1 groot doel (1 aanvallers + 1 verdediger)
- 15/25 meter
- 10/15 meter
- Één speler start met dribbelen naar de overzijde
- De verdediger probeert de bal af te pakken, lukt dat, krijgt hij één punt
- Als de spelers bij het middelste vak aangekomen zijn, mogen ze scoren (schieten) op het pupillendoel
- Nadat ze gemikt hebben op het pupillendoel, halen ze de bal op en dribbelen ze via het slootje weer terug
- Na een bepaalde tijd wordt er doorgewisseld van verdediger
- 9 voetballen9
- 12 pilonnen12
- 1 pupillen doel van 5 bij 2 meter1
- 9 oranje hesjes, 1 blauw hesje10
Oefening 2 - 20 min
2 tegen 1+k in vakken
- 30/35 meter
- 15 meter
- De aanvallers dribbelen het veld in en spelen 2 tegen 1 tegen de verdediger in het eerste gele vak
- De verdediger mag alleen verdedigen in zijn eigen vak
- Op het moment dat de aanvallers het volgende vak bereiken, spelen ze nogmaals 2 tegen 1 tegen de volgende verdediger
- De aanvallers kunnen scoren op een groot doel met keeper, de verdedigers kunnen scoren op de kleine doeltjes aan de zijkant
- Als de bal uit is of als er wordt gescoord, start er twee nieuwe aanvallers
- Na drie onderscheppingen wisselen van verdedigers
- 4 voetballen4
- 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
- 1 senioren doel van 7 bij 2 meter1
- 4 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes7
- 8 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes, 2 witte hoedjes18
Oefening 3 - 20 min
4 tegen 4 met 4 kleine doeltjes
- 20 meter
- 30/40 meter
- Beide teams kunnen scoren door de bal in een klein doel te passen-mikken
- Als de bal uit is, indribbelen
- Bij een achterbal of hoekschop, indribbelen
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
- 2 gele hoedjes2
