Rinus

Doelstelling

Positiespel in opbouw verbeteren

Voorbereiding

Noteer de afmetingen van de veldjes van elke vorm en maak een schets van de verdeling ervan over het veld.

Dit heb je nodig

  • 6 voetballen6
  • 10 pilonnen10
  • 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
  • 7 oranje hesjes, 5 blauwe hesjes12
  • 4 gele hoedjes, 4 oranje hoedjes, 4 witte hoedjes12
Passen en jagen

Opstartvorm - 10 min

Passen en jagen

  • 20 meter
  • 20 meter
  • Er worden tweetallen gemaakt die allemaal tegen elkaar spelen
  • De speler zonder bal gaat met zijn benen wijd tegenover de speler met bal staan op zo'n drie meter afstand
  • De speler met bal passt de bal door de benen
  • Op het moment dat de bal door de benen gaat, mag deze speler zich omdraaien om zo snel mogelijk met de bal naar de lijn te dribbelen
  • De speler die de bal heeft gepasst probeert de tegenstander voor de lijn te tikken
  • Als dit lukt scoort deze speler een punt, als dit niet lukt is het een punt voor de speler met bal
  • 4 voetballen4
  • 4 pilonnen4
  • 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
  • 2 gele hoedjes2
Bekijk details
Startvorm met 2, 3 of 4 tikkers

Oefening 1 - 15 min

Startvorm met 2, 3 of 4 tikkers

  • 30/40 meter
  • 20/25 meter
  • De tikkers proberen een speler te tikken met hun handen
  • Nadat een speler getikt is, moet hij met zijn benen gespreid stilstaan
  • De speler kan ‘bevrijd’ worden als er een andere speler, die niet getikt is, onder de speler doorkruipt
  • Na een bepaalde tijd wisselen van tikkers
  • 10 pilonnen10
  • 7 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes10
Bekijk details
Oversteekspel - 2 verdedigers en poortjes

Oefening 2 - 15 min

Oversteekspel - 2 verdedigers en poortjes

  • 20/25 meter
  • 15/18 meter
  • Zes spelers met bal proberen te dribbelen naar de overkant
  • Na het passeren van de verdedigers kunnen de aanvallers alleen punten krijgen wanneer ze door een van de drie poortjes dribbelen en via het ‘slootje’ terugkomen
  • Dribbelen door de poortjes aan de zijkant (geel) = 1 punt; dribbelen door het middelste doeltje (oranje) = 2 punten
  • Als de verdediger de bal verovert en de bal onder controle heeft (bal onder de voet), of als de bal van de aanvaller buiten de ruimte komt, krijgt de verdediger 1 punt
  • De verdedigers mogen alleen verdedigen in de ruimte voor de doeltjes
  • De speler die het eerste 8 punten haalt is de winnaar, de verdediger die in 2 minuten de meeste punten haalt is de winnaar
  • 6 voetballen6
  • 9 pilonnen9
  • 6 oranje hesjes, 2 blauwe hesjes8
  • 4 gele hoedjes, 2 oranje hoedjes6
Bekijk details
2 tegen 2 met 4 poortjes

Oefening 3 - 15 min

2 tegen 2 met 4 poortjes

  • 20/25 meter
  • 20/25 meter
  • Een medespeler speelt de bal naar een van de aanvallers
  • De aanvaller neemt de bal mee het veld in
  • De aanvallers kunnen scoren door de bal door een van de poortjes te dribbelen bij de tegenstander
  • Elk poortje is een punt waard
  • De verdedigers kunnen scoren door de bal af te pakken en door de poortjes te dribbelen
  • Als de bal uit is, of als de verdedigers de bal hebben afgepakt, starten met een nieuwe bal en wisselen van rol
  • 4 voetballen4
  • 4 pilonnen4
  • 5 oranje hesjes, 5 blauwe hesjes10
  • 4 gele hoedjes, 4 oranje hoedjes, 4 witte hoedjes12
Bekijk details
4 tegen 4 met 2 kleine doeltjes

Oefening 4 - 20 min

4 tegen 4 met 2 kleine doeltjes

  • 30/40 meter
  • 20 meter
  • Beide teams kunnen scoren door de bal in een klein doel te passen-mikken
  • Als de bal uit is, indribbelen
  • Bij een achterbal of hoekschop, indribbelen
  • 4 voetballen4
  • 4 pilonnen4
  • 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
  • 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
  • 2 gele hoedjes2
Bekijk details