Rinus
Training
Het positiespel in de opbouw (20)
- ¼ veld
- 4 - 10 spelers
- O8 & O9
- 75 min
Doelstelling
Positiespel in opbouw verbeteren
Voorbereiding
Noteer de afmetingen van de veldjes van elke vorm en maak een schets van de verdeling ervan over het veld.
Dit heb je nodig
- 8 voetballen8
- 6 pilonnen6
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 1 pupillen doel van 5 bij 2 meter1
- 8 oranje hesjes, 6 blauwe hesjes14
- 10 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes18
Opstartvorm - 10 min
Steen papier schaar
- 20 meter
- 20 meter
- Er worden tweetallen gemaakt die allebei aan één zijde van het veld staan
- De tweetallen rennen naar het midden van het veld en daar wordt er 3 keer met de vuist op de eigen hand geslagen waarna er steen, papier of schaar wordt getoond
- Op het moment dat je verliest moet je de andere speler tikken
- Als je wint ren je zo snel mogelijk terug tot over je eigen lijn
- Als een speler de lijn veilig haalt krijgt de speler een punt, anders is het een punt voor de tikker
- 6 pilonnen6
- 6 oranje hesjes, 6 blauwe hesjes12
- 6 gele hoedjes6
Oefening 1 - 15 min
Dribbelen in vak met kleine doeltjes 1 verdediger
- 20/25 meter
- 15/20 meter
- Alle spelers starten met een bal en dribbelen door het vak heen
- De verdediger probeert de ballen van de andere spelers af te pakken of weg te tikken
- De verdediger telt hoeveel ballen hij afgepakt of weggetikt heeft
- Na een bepaalde tijd wordt er doorgewisseld van verdediger
- De spelers met de bal kunnen punten scoren door, door de poortjes te dribbelen, waarbij ze niet twee keer achter elkaar door hetzelfde poortje mogen dribbelen
- 8 voetballen8
- 4 pilonnen4
- 8 oranje hesjes, 1 blauw hesje9
- 10 gele hoedjes, 4 oranje hoedjes14
Oefening 2 - 15 min
3 tegen 2 met 4 kleine doeltjes
- 20 meter
- 30 meter
- Beide teams kunnen scoren op twee kleine doeltjes
- Als de bal uit is, indribbelen of inpassen voor de aanvallers, indribbelen voor de verdediger. 3x uit is doorwisselen
- Bij een doelpunt, achterbal of hoekschop starten in het midden tussen de twee doeltjes door het drietal
- (Eventueel) doorwisselen na elk doelpunt, achterbal of hoekschop
- Na verloop van tijd wisselen team A en B van rol
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 5 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes9
- 4 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes12
Oefening 3 - 15 min
2 tegen 1+k verdedigen op lijn met aanvaller in de rug
- 25 meter
- 10 meter
- De aanvaller dribbelt het veldje in en speelt samen met de andere aanvaller 2 tegen 1 tegen de verdediger
- De verdediger mag alleen verdediger op de lijn
- De andere aanvaller kiest positie in de rug van de verdediger
- Als de aanvallers de verdediger hebben uitgespeeld kunnen zij scoren op het grote doel met keeper
- De verdediger scoort een punt door de bal te controleren of buiten het veldje te schieten
- Na drie onderscheppingen wisselen van verdediger
- 3 voetballen3
- 6 pilonnen6
- 1 pupillen doel van 5 bij 2 meter1
- 4 oranje hesjes, 2 blauwe hesjes6
- 2 gele hoedjes2
Oefening 4 - 20 min
4 tegen 4 met 4 kleine doeltjes
- 20 meter
- 30/40 meter
- Beide teams kunnen scoren door de bal in een klein doel te passen-mikken
- Als de bal uit is, indribbelen
- Bij een achterbal of hoekschop, indribbelen
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
- 2 gele hoedjes2
