Rinus
Training
Het direct omschakelen nadat de tegenstander de bal veroverd heeft bij diep spelen in de opbouw (2)
- ¼ veld
- 3 - 7 spelers
- O11 & O12
- 75 min
Doelstelling
Omschakelen op moment van balverlies verbeteren
Voorbereiding
Noteer de afmetingen van de veldjes van elke vorm en maak een schets van de verdeling ervan over het veld.
Dit heb je nodig
- 6 voetballen6
- 6 pilonnen6
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 2 pupillen doelen van 5 bij 2 meter2
- 6 oranje hesjes, 6 blauwe hesjes, 2 gele hesjes14
- 8 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes16
Opstartvorm - 10 min
Amerikaantje
- 10 meter
- 10 meter
- 5 meter
- Er worden twee teams gemaakt, die zich opstellen aan beide kanten van het doel
- Van elk team gaat er een speler zonder bal bij de pion voor het doel staan
- Van het andere team start er een speler als keeper
- Van het team dat start mag de voorste speler in de rij de bal opgooien naar zijn teamgenoot, die vervolgens koppend probeert te scoren
- Als die speler niet scoort, wordt hij of zij de nieuwe keeper en mag de tegenpartij de volgende bal opgooien
- Als die speler wel scoort, blijft de huidige keeper staan en mag de bal nogmaals worden opgegooid door hetzelfde team
- De KNVB adviseert in het jeugdvoetbal om in vormen waarin het koppen vaker voorkomt gebruik te maken van lichtere, zachtere ballen.
- Klik hier voor meer informatie
- 5 voetballen5
- 1 pupillen doel van 5 bij 2 meter1
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
- 4 gele hoedjes4
Oefening 1 - 15 min
1 tegen 1+k groot doel, kleine doeltjes
- 20/25 meter
- 10/15 meter
- De aanvaller scoort op een groot doel, de verdediger en de keeper scoren op een van de twee kleine doeltjes
- Als de bal uit is, indribbelen, 3e keer uit is doorwisselen
- Bij een doelpunt, achterbal of hoekschop beginnen bij de aanvallers tussen de twee kleine doeltjes
- Keeper mag alleen op zijn eigen helft meevoetballen
- Na verloop van tijd wisselen team A en team B
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
- 1 pupillen doel van 5 bij 2 meter1
- 3 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes7
- 2 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes10
Oefening 2 - 15 min
1 tegen 1 omschakelen naar 2 tegen 2
- 20 meter (per veldje)
- 12 meter (per veldje)
- De oranje spelers dribbelen op beide veldjes in en spelen één tegen één tegen de blauwe spelers
- Op het moment dat er op één van de twee veldjes gescoord wordt, of als de bal uit gaan, worden de veldjes samengevoegd en wordt het 2 tegen 2
- Scoren op één van de kleine doelen
- Als beide ballen uit zijn, starten er op het signaal van de trainer, twee nieuwe één tegen één situaties
- Als beide ballen uit zijn, zo snel mogelijk het speelveld verlaten en aansluiten aan de andere kant
- 6 voetballen6
- 6 pilonnen6
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
- 3 gele hoedjes3
Oefening 3 - 15 min
3+k tegen 3+k + met 2 neutrale aan de zijkant
- 25/35 meter
- 15/25 meter
- Beide teams kunnen scoren op een groot doel met keeper
- De spelers aan de zijkanten zijn neutrale spelers en horen bij het team in balbezit
- De neutrale spelers mogen alleen in hun vak spelen en mogen ook niet worden aangevallen als zij de bal hebben
- Als er wordt gescoord uit een voorzet van een van de neutrale spelers, dan telt deze dubbel
- 4 voetballen4
- 6 pilonnen6
- 2 pupillen doelen van 5 bij 2 meter2
- 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes, 2 gele hesjes10
- undefined8 oranje hoedjes8
Oefening 4 - 20 min
4+k tegen 4+k grote doelen
- 30/35 meter
- 40 meter
- Beide teams kunnen scoren op een groot doel
- Als de bal uit is, indribbelen
- Bij een doelpunt, achterbal of hoekschop starten bi de eigen keeper
- (Eventueel) doorwisselen na elk doelpunt, achterbal of hoekschop
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 2 pupillen doelen van 5 bij 2 meter2
- 6 oranje hesjes, 6 blauwe hesjes12
- 8 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes16
