Oefening
KickStars: Super stars
- ¼ veld
- 4 - 8 spelers
- O6 & O7
- 10 min
Doelstelling
Ontdekken van lichaam en bal en daarmee gericht handelen
Afmetingen
- Tussen oranje hoedje en klein doel: 5 meter
- Tussen klein doel en rij witte hoedjes: 6 meter
- Afstand tussen rij witte hoedjes: 1 meter
- Tussen rij witte hoedjes en gele lijn: 5 meter
- Tussen gele lijn en doel met pionnen: 8 meter
Spelregels
- De twee teams worden verdeeld bij de start (oranje hoedje)
- Op het signaal van de KickStars-leider mag er van beide kanten een speler starten met het parcours
- (1) vanaf oranje hoedje naar het gele hoedje wordt gerend met de bal in de hand
- (2) bij het eerste kleine doel gooit de speler de bal over het doel heen, rent er zelf omheen, en probeert deze weer te vangen. Dit mag met- of zonder stuiter
- (3) de bal wordt op de grond gelegd en de speler slalomt tussen de rij witte hoedjes door
- (4) na de slalom komt de speler aan bij de gele lijn en probeert vanaf daar op een van de grote pionnen in het doel te mikken
- De speler scoort een punt als de bal in het doel gaat en twee punten als er een pion omver wordt geschoten
- De KickStars-leider houdt de punten van beide teams bij
- Een ronde duurt twee minuten, hierna worden er nieuwe teams gemaakt en start het spel opnieuw
- 6 voetballen6
- 6 pilonnen6
- 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
- 2 pupillen doelen van 5 bij 2 meter2
- 3 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes6
- 6 gele hoedjes, 2 oranje hoedjes, 6 witte hoedjes14
Makkelijker of moeilijker maken
Makkelijker maken
- Spelers mogen langs de rij witte pionnen dribbelen in plaats van erdoorheen slalommen
- De afstand tussen de gele lijn en het doel kleiner maken (bijvoorbeeld 6 meter)
- Extra pionnen in het doel plaatsen
Moeilijker maken
- Om een punt te scoren, mag de bal bij het gooien maximaal 1x stuiteren
- De afstand tussen de gele lijn en het doel groter maken (bijvoorbeeld 10 meter)
Bedoeling van de oefening
Door middel van dribbelen in kansrijke positie komen
Voetbalhandeling - Dribbelen
Met de bal een afstand overbruggen
Aandachtspunten
- Raak de bal zo vaak dat je hem in looptempo in de goede richting mee kan nemen
- Laat de bal niet wegspringen
- Buig je bovenlichaam iets over de bal heen