Oefening
3 tegen 3 met verdediger in de rug
- ¼ veld
- 6 - 6 spelers
- O11 & O12
- 15 min
Doelstelling
Uitspelen van één tegen één situatie verbeteren
Afmetingen
- Lengte: 20 meter
- Breedte: 30 meter
Spelregels
- Beide teams kunnen scoren op twee kleine doeltjes
- De aanvaller start met dribbelen vanaf de hoek
- Op het moment dat de aanvaller start met dribbelen, mag de verdediger in de rug druk gaan zetten
- Als de bal uit is of als er is gescoord, start de aanvaller weer met indribbelen
- Na 3x uit, wisselen van verdedigers
- 4 voetballen4
- 8 pilonnen8
- 4 mini doelen van 3 bij 1 meter4
- 3 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes6
- 2 gele hoedjes2
Makkelijker of moeilijker maken
Aanvallen makkelijker maken
- Veld breder en/of langer maken
- Kleine doeltjes verder uit elkaar plaatsen (meer naar buiten)
- Verdediger verder van de aanvaller laten starten
Aanvallen moeilijker maken
- Veld smaller en/of korter maken
- Kleine doeltjes dichter bij elkaar plaatsen (meer naar binnen)
- Verdediger dichter bij de aanvaller laten starten
Bedoeling van de oefening
Door middel van dribbelen of passen in kansrijke positie komen
Voetbalhandeling - Dribbelen
Met de bal een afstand overbruggen
Aandachtspunten
- Raak de bal zo vaak dat je hem in looptempo in de goede richting mee kan nemen
- Laat de bal niet wegspringen
- Buig je bovenlichaam iets over de bal heen