Oefening
1 tegen 1 met 4 poortjes
- ¼ veld
- 4 - 6 spelers
- O11 & O12
- 15 min
Doelstelling
Verdedigen van één tegen één situatie verbeteren
Afmetingen
- Lengte: 20 meter
- Breedte: 20 meter
Spelregels
- Verdediger speelt de bal naar de aanvaller
- De aanvaller neemt de bal mee het veld in
- De aanvaller kan scoren door de bal door een van de poortjes te dribbelen
- Elk poortje is een punt waard
- De verdediger kan scoren door de bal af te pakken en deze te controleren
- Als de bal uit is, of als de verdediger de bal heeft afgepakt, starten met een nieuwe bal en aansluiten in de andere rij
- 4 voetballen4
- 4 pilonnen4
- 3 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes6
- 4 gele hoedjes, 4 oranje hoedjes, 4 witte hoedjes12

Makkelijker of moeilijker maken
Verdedigen makkelijker maken
- Veld smaller en/of korter maken
- Poortjes smaller maken
Verdedigen moeilijker maken
- Veld breder en/of langer maken
- Poortjes breder maken
- Aanvaller laten starten met dribbelen
Bedoeling van de oefening
Tegenstander dwingen naar een zijkant
Voetbalhandeling - Duel om de bal
Poging doen om de bal te veroveren
Aandachtspunten
- Tussen de bal en het doel zien te komen
- Zet (snel) druk vooruit