Oefening
2 tegen 2 met 4 poortjes
- ¼ veld
 - 4 - 8 spelers
 - Passend voetbal
 - 15 min
 
Doelstelling
Uitspelen van één tegen één situatie verbeteren
Afmetingen
- Lengte: 20/25 meter
 - Breedte: 20/25 meter
 
Spelregels
- Een medespeler speelt de bal naar een van de aanvallers
 - De aanvaller neemt de bal mee het veld in
 - De aanvallers kunnen scoren door de bal door een van de poortjes te dribbelen bij de tegenstander
 - Elk poortje is een punt waard
 - De verdedigers kunnen scoren door de bal af te pakken en door de poortjes te dribbelen
 - Als de bal uit is, of als de verdedigers de bal hebben afgepakt, starten met een nieuwe bal en wisselen van rol
 
- 4 voetballen4
 - 4 pilonnen4
 - 5 oranje hesjes, 5 blauwe hesjes10
 - 4 gele hoedjes, 4 oranje hoedjes, 4 witte hoedjes12
 

Makkelijker of moeilijker maken
Aanvallen makkelijker maken
- Veld breder en/of langer maken
 - Poortjes breder maken
 - Aanvallers laten starten met dribbelen
 
Aanvallen moeilijker maken
- Veld smaller en/of korter maken
 - Poortjes smaller maken
 
Bedoeling van de oefening
Door middel van dribbelen of passen in kansrijke positie komen
Voetbalhandeling - Dribbelen
Met de bal een afstand overbruggen
Aandachtspunten
- Raak de bal zo vaak dat je hem in looptempo in de goede richting mee kan nemen
 - Laat de bal niet wegspringen
 - Buig je bovenlichaam iets over de bal heen
 



