Rinus

Oefening

5 tegen 4+k in 2 vakken, groot doel, kleine doelen

  • ¼ veld
  • 10 - 12 spelers
  • O18 & O19 & Senioren
  • 15 min

Doelstelling

Scoren verbeteren

Voetbal echt

Een voetbalechte vorm is een zinvolle vereenvoudiging van het voetballen. Er is sprake van aanvallen en verdedigen voor beide teams. En er wordt gespeeld om het spel te winnen.

Lees hier meer over voetbalecht trainen

Afmetingen

  • Lengte: 40 meter
  • Breedte: 25/30 meter

Spelregels

  • Het speelveld bestaat uit twee vakken
  • Drie aanvallers starten de opbouw vanuit het eerste vak tegen twee verdedigers
  • In het andere vak staan twee aanvallers en twee verdedigers
  • De verdedigers mogen hun vak niet verlaten
  • De aanvallers die opbouwen schuiven één aanvaller door naar het tweede vak, waardoor het daar 3 tegen 2 wordt
  • De aanvaller die doorschuift naar het tweede vak kan dit doen door te dribbelen, of door te passen en door te bewegen
  • De aanvallers kunnen scoren op een groot doel met keeper, de verdedigers scoren op een klein doeltje
  • Als de bal uit is, starten de aanvallers weer met de bal vanuit het eerste vak
  • Na 3x uit, wisselen van verdedigers
  • 4 voetballen4
  • 8 pilonnen8
  • 1 mini doel van 3 bij 1 meter1
  • 1 senioren doel van 7 bij 2 meter1
  • 5 oranje hesjes, 5 blauwe hesjes10
  • 4 gele hoedjes4
Hoe ziet deze oefening eruit?
Hoe ziet deze oefening eruit?

Makkelijker of moeilijker maken

Aanvallen makkelijker maken

  • Veld breder en/of langer maken
  • Er mogen twee aanvallers doorschuiven naar het tweede vak, waardoor het 4 tegen 2 wordt

Aanvallen moeilijker maken

  • Veld smaller en/of korter maken
  • Er mag één verdediger terugkomen in het tweede vak, waardoor het 3 tegen 3 wordt

Bedoeling van de oefening

Door middelen van dribbelen in kansrijke positie komen om te kunnen scoren

Voetbalhandeling - Schieten

Een doelpoging met de voet kan met wreef, binnenkant, buitenkant, punt of hak

Aandachtspunten

  • Raak de bal met binnenkant voet
  • Meer aan de onderkant, dan gaat de bal omhoog, meer aan de bovenkant, dan blijft de bal laag
  • Standbeen licht gebogen, dicht bij de bal, voet meestal in speelrichting
  • Speelbeen iets naar buiten gedraaid, knie en enkel gebogen