Rinus

Doelstelling

Uitspelen van één tegen één situatie verbeteren

Voorbereiding

Noteer de afmetingen van de veldjes van elke vorm en maak een schets van de verdeling ervan over het veld.

Dit heb je nodig

  • 8 voetballen8
  • 9 pilonnen9
  • 2 pupillen doelen van 5 bij 2 meter2
  • 5 oranje hesjes, 5 blauwe hesjes10
  • 4 gele hoedjes, 2 oranje hoedjes6
Kleuren strijd

Opstartvorm - 5 min

Kleuren strijd

  • 20 meter
  • 20 meter
  • Er worden rijtjes met spelers tegenover elkaar gemaakt
  • Op het teken van de trainer springt de voorste speler van elk rijtje over de pion voor hem of haar heen
  • Op het moment dat de spelers landen, roept de trainer een kleur
  • De spelers moeten vervolgens zo snel mogelijk naar de pion van de kleur toe rennen
  • De speler die als eerste bij de pion is, wint
  • 2 pilonnen2
  • 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
  • 1 geel hoedje, 1 oranje hoedje2
Bekijk details
Oversteekspel - 1 verdediger en poortjes

Oefening 1 - 15 min

Oversteekspel - 1 verdediger en poortjes

  • 20/25 meter
  • 10/15 meter
  • Drie tot vier spelers proberen met de bal naar de overkant te dribbelen
  • Na het passeren van de verdedigers kunnen de aanvallers alleen punten krijgen wanneer ze door een van de drie poortjes dribbelen en via het ‘slootje’ terugkomen
  • Dribbelen door de poortjes aan de zijkant (oranje) = 1 punt; dribbelen door het middelste doeltje (geel) = 2 punten
  • Als de verdediger de bal verovert en de bal onder controle heeft (bal onder de voet), of als de bal van de aanvaller buiten de ruimte komt, krijgt de verdediger 1 punt
  • De verdediger mag alleen verdedigen in de ruimte voor de poortjes
  • De speler die het eerste 8 punten haalt is de winnaar, de verdediger die in 2 minuten de meeste punten haalt is de winnaar
  • 5 voetballen5
  • 9 pilonnen9
  • 5 oranje hesjes, 1 blauw hesje6
  • 4 gele hoedjes, 2 oranje hoedjes6
Bekijk details
1 tegen 1+k omschakelen

Oefening 2 - 20 min

1 tegen 1+k omschakelen

  • 20 meter
  • 20 meter
  • De oranje speler dribbelt richting het doel en probeert te scoren op het grote doel met keeper
  • Op het moment dat de bal uit is, of als er gescoord is, mag de blauwe speler starten met dribbelen en wordt de oranje speler de verdediger
  • Als deze bal weer uit is, of als er gescoord is, mag de nieuwe oranje speler weer dribbelen en wordt de blauwe speler de nieuwe verdediger
  • Aanvallers scoren op een groot doel met keeper
  • Verdedigers scoren door de bal af te pakken en deze buiten het veldje te dribbelen
  • 8 voetballen8
  • 4 pilonnen4
  • 2 pupillen doelen van 5 bij 2 meter2
  • 5 oranje hesjes, 5 blauwe hesjes10
  • 2 gele hoedjes2
Bekijk details
4 tegen 4 met 2 grote doelen

Oefening 3 - 20 min

4 tegen 4 met 2 grote doelen

  • 30/40 meter
  • 20 meter
  • Beide teams kunnen scoren op een pupillendoel
  • Als de bal uit is, indribbelen
  • Bij een achterbal of hoekschop, indribbelen
  • 4 voetballen4
  • 4 pilonnen4
  • 2 pupillen doelen van 5 bij 2 meter2
  • 4 oranje hesjes, 4 blauwe hesjes8
  • 2 gele hoedjes2
Bekijk details