Rinus

Doelstelling

Ontdekken van lichaam en bal en daarmee gericht handelen

Voorbereiding

Welkom bij de eerste activiteit van het KickStars programma. Maak groepjes van ongeveer 6 spelers en verdeel deze over de oefeningen. Eerst worden de vier rondes van de activiteit gedaan, waarbij er na elke ronde (10 minuten) wordt doorgedraaid naar de volgende oefening. In de vijfde en laatste ronde, mogen de spelers zelf kiezen welke oefening zij nogmaals willen doen.

Dit heb je nodig

  • 26 voetballen26
  • 10 pilonnen10
  • 3 mini doelen van 3 bij 1 meter3
  • 16 oranje hesjes, 8 blauwe hesjes24
  • 27 gele hoedjes, 30 oranje hoedjes, 16 witte hoedjes73
KickStars: Herten en wolf

Oefening 1 - 10 min

KickStars: Herten en wolf

  • 8 bij 12 meter
  • 6 bij 12 meter
  • 6 meter
  • De herten (oranje) starten bij de witte hoedjes, de wolf (blauw) staat in het vak voor de kleine doelen
  • De herten dribbelen tot in het gele vak (gele hoedjes), vanaf het gele vak schieten de herten op één van de twee kleine doelen
  • De herten mogen zelf bepalen wanneer zij starten, dit mag ook tegelijkertijd waardoor zij elkaar kunnen helpen
  • De wolf probeert de ballen die op het doel worden geschoten te onderscheppen (dat mag met de voeten en met de handen) en speelt een onderschepte bal daarna naar de zijkant (richting de oranje hoedjes)
  • De herten pakken nadat zij op een doel hebben geschoten hun eigen bal en dribbelen door het vak met oranje hoedjes terug naar het begin, zo lopen de herten niet door het speelveld terug
  • Na 1 minuut kan er een nieuwe wolf gekozen worden
  • Optioneel: de KickStars-leiders kan tellen welke wolf de meeste ballen onderschept
  • 5 voetballen5
  • 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
  • 5 oranje hesjes, 1 blauw hesje6
  • 4 gele hoedjes, 9 oranje hoedjes, 4 witte hoedjes17
KickStars: Regenboograce

Oefening 2 - 10 min

KickStars: Regenboograce

  • 7 meter
  • 5 meter
  • 0,5 meter
  • Maak twee teams die bij de witte hoedjes beginnen
  • Op het startsignaal mag de eerste speler van ieder team dribbelen naar het gele hoedje
  • Bij het gele hoedje aangekomen pakt de speler de bal in de handen en rent naar de oranje hoedjes in de halve cirkel, om de bal op één van de oranje hoedjes te plaatsen
  • Na het plaatsen van de bal rennen de spelers terug naar de start en geven een high five aan de volgende speler die het parcours mag afleggen
  • Het team dat als eerste op alle oranje hoedjes een bal heeft geplaatst en terug is bij de start, is de winnaar
  • 10 voetballen10
  • 3 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes6
  • 7 gele hoedjes, 5 oranje hoedjes, 2 witte hoedjes14
KickStars: Krokodillenspel

Oefening 3 - 10 min

KickStars: Krokodillenspel

  • 16 bij 16 meter
  • 4 bij 16 meter (precies in het midden van het gele vak)
  • De spelers dribbelen in het gele vak
  • In het midden van het gele vak ligt de rivier (oranje vak), in de rivier staat één speler, de krokodil
  • De speler onderbreken het dribbelen als de KickStar-leider een lichaamsdeel noemt, de spelers proberen met dit lichaamsdeel zo snel mogelijk de bal te raken (de bal blijft op de grond liggen)
  • Gebruik de volgende lichaamsdelen: hoofd, schouder, knie, teen, buik en hand
  • Na het raken van de bal met het genoemde lichaamsdeel dribbelen de spelers zo snel mogelijk naar de andere kant van de rivier, zonder getikt te worden door de krokodil
  • De krokodil probeert zo veel mogelijk spelers, die de rivier over te steken, te tikken
  • Na 1 minuut wordt er een nieuwe krokodil gekozen
  • Optioneel: de KickStars-leiders kan tellen welke krokodil de meeste spelers tikt
  • 5 voetballen5
  • 5 oranje hesjes, 1 blauw hesje6
  • 6 gele hoedjes, 6 oranje hoedjes12
KickStars: Vrij spelen

Oefening 4 - 10 min

KickStars: Vrij spelen

  • Kies een vrij gedeelte op het veld
  • Er staan verschillende materialen klaar waarmee de spelers zelfstandig alleen of samen kunnen gaan spelen
  • De spelers mogen zelf bedenken hoe ze de materialen gebruiken en wat ze gaan doen
  • De Kickstars-leider speelt een belangrijke rol in het begeleiden en enthousiasmeren van de deelnemers tijdens het vrij spelen, dit vraagt om een balans tussen begeleiden en loslaten
  • Bemoei je niet te veel met de keuzes die spelers maken. Zie er op toe dat de spelers goed met elkaar en de materialen omgaan
  • Moedig de spelers aan om hun fantasie te gebruiken en laat ze zelf bedenken hoe ze de materialen willen inzetten, geef complimenten voor originele ideeën
  • Zorg voor voldoende ruimte om te bewegen, waarbij de spelers binnen de ruimte blijven
  • Zorg dat de speelomgeving veilig is en grijp in bij onveilige situaties, maar houdt wel rekening met feit dat risicovol spelen waardevol is voor de ontwikkeling van kinderen en een belangrijk onderdeel is van vrij spelen (risico’s nemen is iets anders dan een onveilige situatie)
  • Stimuleer en enthousiasmeer kinderen die in eerste instantie zoekende zijn en nog niet zo goed weten wat ze willen of kunnen gaan doen, geef ze wel even de tijd om dit te ontdekken voor je tips gaat geven of vragen gaat stellen
  • Zorg dat de spelers de materialen netjes terug te leggen op één plek
  • 6 voetballen6
  • 10 pilonnen10
  • 1 mini doel van 3 bij 1 meter1
  • 3 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes6
  • 10 gele hoedjes, 10 oranje hoedjes, 10 witte hoedjes30