Rinus

Doelstelling

Ontdekken van lichaam en bal en daarmee gericht handelen

Voorbereiding

Dit is de derde activiteit van het KickStars programma. Maak groepjes van ongeveer 6 spelers en verdeel deze over de oefeningen. Eerst worden de vier rondes van de activiteit gedaan, waarbij er na elke ronde (10 minuten) wordt doorgedraaid naar de volgende oefening. In de vijfde en laatste ronde, mogen de spelers zelf kiezen welke oefening zij nogmaals willen doen.

Dit heb je nodig

  • 22 voetballen22
  • 10 pilonnen10
  • 3 mini doelen van 3 bij 1 meter3
  • 14 oranje hesjes, 8 blauwe hesjes, 2 gele hesjes24
  • 25 gele hoedjes, 21 oranje hoedjes, 10 witte hoedjes56
KickStars: 1 tegen 1 kleurenspel

Oefening 1 - 10 min

KickStars: 1 tegen 1 kleurenspel

  • 10 meter
  • 10 meter
  • Maak twee teams die beide achter hun kleine doel in een rij staan
  • De eerste spelers in de rij van beide teams staan klaar en spelen tegen elkaar
  • De KickStar-leider roept een kleur, bijvoorbeeld "geel" of "oranje"
  • De twee spelers die starten rennen vervolgens naar het hoedje met de juiste kleur en tikken het hoedje aan
  • De speler die als eerste het hoedje net de juiste kleur heeft aangetikt krijgen een bal ingepast door de KickStars-leider
  • De speler die de bal krijgt probeert te scoren op het kleine doel van de tegenstander, de speler die de bal niet heeft probeert de bal af te pakken en daarna te scoren op het andere kleine doel
  • Als de bal uit gaat of een doelpunt wordt gescoord, stopt het spel, sluiten de spelers achteraan aan in de rij van hun team en starten twee nieuwe spelers uit de teams
  • 4 voetballen4
  • 2 mini doelen van 3 bij 1 meter2
  • 3 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes6
  • 3 gele hoedjes, 3 oranje hoedjes6
KickStars: 7 bal

Oefening 2 - 10 min

KickStars: 7 bal

  • 4 bij 4 meter
  • 8 meter
  • Vier spelers stellen zich op in een geel vak, de andere spelers staan aan de zijkant bij een vak
  • De vier spelers in de vakken spelen tegen elkaar na het startsignaal van de KickStars-leider
  • Het doel van het spel is om drie ballen in het eigen vak te dribbelen
  • De spelers kunnen een bal in het eigen vak krijgen door deze vanuit het midden op te halen en met de voet terug te dribbelen
  • Spelers mogen ook ballen stelen uit een vak van iemand anders, hierbij mogen zij elkaar niet tegenhouden of hinderen
  • Spelers mogen maximaal één bal tegelijk meenemen
  • De winnaar is de speler die het voor elkaar krijgt om drie ballen in zijn/haar eigen vak te krijgen
  • Na elke ronde wordt er doorgedraaid tussen de wisselspelers
  • De KickStars-leider kan de punten bijhouden, wie scoort er na acht rondes de meeste punten?
  • 7 voetballen7
  • 2 oranje hesjes, 2 blauwe hesjes, 2 gele hesjes6
  • 8 gele hoedjes, 8 oranje hoedjes16
KickStars: Voetbal stoelendans

Oefening 3 - 10 min

KickStars: Voetbal stoelendans

  • 10 bij 10 meter
  • 15 bij 15 meter
  • De spelers rennen om het gele vak heen, tegen de klok in
  • Er liggen vijf ballen in het gele vak (1 bal minder dan het aantal spelers)
  • Wanneer de KickStar-leider het woord "Bal" roept, rennen de spelers naar een bal in het vak en zetten hun voet op de bal
  • Iedere speler met bal krijgt een punt
  • Nadat de spelers een bal hebben gepakt, leggen zij de ballen terug in het midden van het vak en gaan zij weer rond het vak bewegen
  • Varieer in de manier waarop spelers rond het vak bewegen: zijwaarts, achterwaarts, hinkelen, dribbelen met bal, kruipen, etc.
  • Varieer in de manier waarop spelers een bal controleren: rechtervoet op de bal, linkervoet op de bal, bal boven het hoofd, etc.
  • 5 voetballen5
  • 6 oranje hesjes6
  • 4 gele hoedjes4
KickStars: Vrij spelen

Oefening 4 - 10 min

KickStars: Vrij spelen

  • Kies een vrij gedeelte op het veld
  • Er staan verschillende materialen klaar waarmee de spelers zelfstandig alleen of samen kunnen gaan spelen
  • De spelers mogen zelf bedenken hoe ze de materialen gebruiken en wat ze gaan doen
  • De Kickstars-leider speelt een belangrijke rol in het begeleiden en enthousiasmeren van de deelnemers tijdens het vrij spelen, dit vraagt om een balans tussen begeleiden en loslaten
  • Bemoei je niet te veel met de keuzes die spelers maken. Zie er op toe dat de spelers goed met elkaar en de materialen omgaan
  • Moedig de spelers aan om hun fantasie te gebruiken en laat ze zelf bedenken hoe ze de materialen willen inzetten, geef complimenten voor originele ideeën
  • Zorg voor voldoende ruimte om te bewegen, waarbij de spelers binnen de ruimte blijven
  • Zorg dat de speelomgeving veilig is en grijp in bij onveilige situaties, maar houdt wel rekening met feit dat risicovol spelen waardevol is voor de ontwikkeling van kinderen en een belangrijk onderdeel is van vrij spelen (risico’s nemen is iets anders dan een onveilige situatie)
  • Stimuleer en enthousiasmeer kinderen die in eerste instantie zoekende zijn en nog niet zo goed weten wat ze willen of kunnen gaan doen, geef ze wel even de tijd om dit te ontdekken voor je tips gaat geven of vragen gaat stellen
  • Zorg dat de spelers de materialen netjes terug te leggen op één plek
  • 6 voetballen6
  • 10 pilonnen10
  • 1 mini doel van 3 bij 1 meter1
  • 3 oranje hesjes, 3 blauwe hesjes6
  • 10 gele hoedjes, 10 oranje hoedjes, 10 witte hoedjes30