Organiseer een 4 tegen 4-toernooi
De kleinste voetbalvorm waarin de teamfuncties aanvallen, verdedigen en omschakelen alle aan bod komen. Dát is in een notendop de beste omschrijving van 4 tegen 4. Geschikt voor zowel pupillen als junioren. Op deze pagina wordt beschreven hoe één persoon eenvoudig een 4 tegen 4-toernooi van anderhalf uur met 16 tot 100 voetballers kan organiseren.
Voeg toe aan jouw kalender
Klik hier om het 4 tegen 4-toernooi met individuele winnaar toe te voegen aan jouw kalender.
Deelnemers
Om gelijke viertallen samen te stellen is het zaak om rekening te houden met gelijke leeftijden en gelijke vaardigheden. Deel de groep op basis van leeftijd eventueel in tweeën. Stel bijvoorbeeld een groep samen van oudere spelers en een groep van jongere spelers. Dan ontstaat de situatie waarin twee toernooien kunnen worden gespeeld, bijvoorbeeld een voor twintig jonge spelers en een voor twintig oudere spelers.
(Betere) begeleiding
De technisch jeugdcoördinator van de vereniging neemt ruimschoots op tijd de activiteiten door met de begeleiders. Iedereen weet wat zijn taak is, iedereen weet wat er van hem wordt verwacht en iedereen gaat op de betreffende dag goed voorbereid aan de slag.
De begeleiding geeft zoveel mogelijk duidelijkheid aan de spelers. Maak schema’s in kleur, bijvoorbeeld een geel schema voor de jonge spelers en een wit schema voor de oudere spelers. De toernooien kunnen worden gespeeld op één veld. In dat geval treden eerst de jonge voetballers aan en hebben de oudere spelers rust, waarna de situatie wordt omgedraaid. Het is ook mogelijk de toernooien tegelijkertijd te spelen, maar dan op twéé velden. Het eerste veld is dan voor de jongere spelers, het tweede veld voor de oudere spelers. De coördinator staat tussen de velden in, met de wedstrijdschema’s in de hand.
De begeleiders zien er op toe dat de volgende spelregels worden nageleefd:
- Veldafmeting: lengte 30-40 meter, breedte 15-20 meter.
- Doeltjes/pionnetjes/paaltjes: ± 2-4 meter breed. De exacte breedte is afhankelijk van leeftijd en vaardigheid van de spelers. Het is belangrijk dat deelnemers succesvolle ervaringen opdoen en doelpunten maken. Is bijvoorbeeld sprake van jonge kinderen die weinig scoren, dan is het verstandig het doel breder te maken en zo de kans op een treffer te vergroten.
- Speeltijd: afhankelijk van beschikbare tijd en pouleschema: 10-15 minuten.
- Elk team heeft eigen hesjes. Dat vergroot de duidelijkheid.
- Scoren vanaf elke positie in het veld.
- In de regel wordt zónder keeper gespeeld. De spelbegeleider kan soms kiezen voor een groot doel, van 5 bij 2 meter, dat wordt verdedigd door een speler die de bal in de handen mag pakken.
- De buitenspelregel wordt niet toegepast.
- Bij een hoekschop wordt de bal ingebracht vanaf een van de hoekpunten.
- Gaat de bal via een speler van de tegenpartij over de achterlijn, dan wordt de bal met de voet vanaf de achterlijn ook weer in het spel gebracht door een verdediger van het betref- fende doeltje.
- Gaat de bal over de zijlijn, dan wordt de bal met een intrap of dribbel vanaf de grond weer in het spel gebracht.
- Na een doelpunt wordt de bal vanaf de achterlijn weer in het spel gebracht.
- Na een overtreding kan een vrije trap worden gegeven. De tegenstander houdt in dat geval minstens 3 meter afstand.
- Houdt een speler de bal voor het doel tegen met zijn handen, dan kan de benadeelde partij een strafschop nemen. De bal moet dan vanaf ongeveer 15 meter de bal in het doel schieten. Er staat géén keeper in het doel.
- Stimuleer de spelers niet voor het doel te blijven hangen en zich tot verdedigen te beperken. De uitleg luidt: “Als je de bal niet hebt, kun je niet scoren. Verover dus de bal!”
Benodigde materialen
- Minimaal 30 hoedjes.
- 20 pionnen of 10 doeltjes voor 5 velden.
- Bal: voor pupillen en C-junioren maat 4 of maat 5, maar in het laatste geval wel een lichte bal van 290 gram.
- Partijlinten, hesjes of overgooiers om de partijen van elkaar te onderscheiden. Gaan we uit van 5 velden, dan zijn maximaal 25 hesjes (5 velden x 5 deelnemers van een ploeg) nodig. Op de veldaanduiding is te lezen wélke 5 van de 10 ploegen hesjes dragen. Vooraf en na afloop van iedere partij doen deelnemers hun hesje uit en laten het achter op het veld, evenals de bal.
Verzorging
Een extra voetbalactiviteit organiseren is makkelijk gezegd, maar er komt voor de club heel wat bij kijken. Zoals gezegd: vrijwilligers moeten de voetbalinhoudelijke organisatie van een 4 tegen 4-toernooi leren. Maar er zijn nog meer facetten. Heeft de vereniging een accommodatie beschikbaar met voldoende speelruimte en voldoende materialen? Welke geledingen binnen en buiten de club moeten goedkeuring, bevestiging of een vergunning geven? En heel belangrijk: zijn er voldoende EHBO’ers beschikbaar?
Financiën
Heeft de club voldoende financiële ruimte om een extra activiteit mogelijk te maken? Zet van tevoren de kosten op een rijtje en onderzoek eventueel de mogelijkheden om geld binnen te krijgen voor deze specifieke voetbalactiviteit. Misschien is een sponsor bereid een steentje bij te bedragen of wellicht bestaan er lokale subsidiemogelijkheden. De vereniging zou zelfs kunnen overwegen de begroting te herzien of een speciale actie te organiseren om de kosten van de extra voetbalactiviteit te kunnen betalen.
Handige schema's en formulieren
Om overzicht te houden over de verschillende wedstrijden en de uitslagen is het handig om de schema's en formulieren van het toernooi bij de hand te houden. Die documenten vind je hieronder.