3. In- en uitchecken
De voetbalvereniging draait om meer dan alleen het spelletje. Het is een plek waar jonge voetballers zich ontwikkelen, zowel op als naast het veld. Daarom is het essentieel dat je als coach ruimte creëert voor je speelsters om te delen wat ze meemaken thuis, op school of in hun persoonlijke leven. Zo bouw je een band op en zorg je voor een veilige omgeving waarin ze zich gehoord en gewaardeerd voelen als voetballer én als persoon.
Dit onderdeel gebruikt cookies
Het humeur waarmee speelsters op de club aankomen, heeft directe invloed op hun prestaties op het veld. Door vooraf te vragen hoe het gaat, krijg je een beter beeld van hoe je speelsters 'in de wedstrijd zitten' en kun je hier beter op inspelen.
De kracht van goed in- en uitchecken
Jonge voetballers willen vaak gehoord worden en persoonlijke aandacht krijgen. Meiden hebben vaker dan jongens een voorkeur om hun gevoelens en ervaringen te uiten door te praten. Door bewust tijd in te ruimen voor in- en uitchecken voor en na de training geef je ze die mogelijkheid. Hierdoor voelen ze zich begrepen en kunnen ze met een goed gevoel aan de training beginnen en weer naar huis gaan.
Hierbij is het goed om rekening te houden met de verschillende manieren waarop jongeren zich kunnen uiten. Voorbeeld: je sluit de training af met een partijvorm, vaak het favoriete onderdeel van veel voetballers. Zodra je een partijtje aankondigt, begint de een te juichen (fysiek), terwijl je de andere speelster hoort zeggen: ‘yes, partijtje!’. Beide speelsters communiceren dat ze het leuk vinden, maar wel op twee totaal verschillende manieren.
Structuur training met in- en uitchecken
Door iedere training tijd te besteden aan in-en uitchecken en dit steeds hetzelfde in te delen, is het niet nodig om hier lang bij stil te staan. Je helpt de speelsters zo om iedere training emoties te reguleren en ze klaar te maken om een training te starten, een voorbeeld van een opbouw van een training kan zijn:
- Inchecken (5min): werk langs een vast ritueel om in te checken.
- Warming up (10 min): Rinus geeft je inspiratie.
- 1 tot 3 Voetbalvormen (40-55 min): Rinus geeft je inspiratie.
- Uitchecken (5min): werk weer langs een vast ritueel. Bijvoorbeeld het geven van een cijfer.
Zo check je effectief in en uit
Voor de training
Start de training of andere activiteit door je speelsters welkom te heten en in te checken. Creëer hierbij een open en respectvolle sfeer waarin iedere speelster het gevoel heeft dat haar inbreng wordt gewaardeerd.
Stel verder open vragen als: "Hoe gaat het met je?"
Werk met een vast ritueel, zoals het vragen naar een cijfer voor hun dag tot dat moment. Laat sommigen hun cijfer toelichten. Let op: Kies hierbij niet altijd een hoog of laag cijfer, want dan kunnen ze expres in het midden blijven zodat de kans kleiner is dat zij de beurt krijgen.
Stel verder open vragen als: "Hoe gaat het met je?", "Heeft iemand iets meegemaakt dat ze wil delen?" of "Waar kijk je naar uit deze training?".
Tijdens de training
Tijdens de training draait het natuurlijk vooral om het voetbal, maar blijf tijdens je uitleg en feedback wel attent op de emoties en signalen van je speelsters. Wanneer je door het inchecken weet dat een speelster een mindere dag heeft, pas daar je aanpak dan op aan.
Na de training
Na afloop van de training sluit je gezamenlijk af door open vragen te behandelen als: ‘Wat ging er goed en wat kan beter?’ en ‘wat vonden jullie leuk/niet leuk?’. Vraag ook waar de meiden de volgende training aan willen werken of wat jij als trainer kan verbeteren. Eindig tot slot altijd op een positieve noot, zodat iedereen met een goed gevoel weer naar huis gaat.
Voorbeeldrituelen
Onderstaande rituelen kun je toepassen in je coaching:
1. Welk cijfer geven ze hun dag tot nu toe?
Vraag de speelsters welk cijfer ze hun dag geven tot dat moment. Laat enkele meiden hun cijfer toelichten. Kies niet altijd een hoog of laag cijfer, sommige meiden zijn snel geneigd om in het midden te gaan zitten zodat de kans kleiner is dat je doorvraagt. De cijfers geven een indruk welke speelster mogelijk wat extra aandacht nodig heeft of je misschien beter even met rust kan laten. Vraag bij het uitchecken weer om een cijfer, dan weet je of de training heeft bijgedragen aan het cijfer voor die dag.
2. Wat was vandaag het leukste of minst leuke?
Vraag een paar meiden om te vertellen wat het leukste of minst leuke is wat ze die dag hebben meegemaakt. Als een speelster bijvoorbeeld zegt: ‘Ik ben uit de klas gestuurd omdat ik boos werd doordat de docent de hele tijd op m’n nek zat’, dan is het natuurlijk niet handig om als trainer ook nog eens de speler op de huid te zitten.
3. Wat is het doel voor de training?
Vraag de speelsters voor de training met welk doel ze gaan trainen, hoe ze dat willen doen en waar jij bij kan helpen als coach. Vraag na de training of het gelukt is en hoe de speelsters en jij als trainer dit de volgende keer kunnen aanpakken. Zo geef je de speelsters de verantwoordelijkheid om zelf een goede manier te vinden om te trainen.
Maak het persoonlijk
Niet alle speelsters willen of durven hun gevoelens in een groep te bespreken. Geef ze daarom ook de ruimte voor een 1-op-1-gesprek. Je kan dit ook zelf voorstellen als je aanleiding ziet. Zorg bij zo’n gesprek voor een veilige omgeving waarin de speelster zich kan uitspreken zonder dat ze het gevoel heeft dat ze wordt veroordeeld.
Als een speelster je in vertrouwen neemt over bijvoorbeeld een ziek familielid, een slecht cijfer of een verhuizing, kom hier dan later op terug. Laat zien dat je haar serieus neemt door te vragen hoe de situatie zich ontwikkelt en hoe ze zich nu voelt. Ga vertrouwelijk om met de informatie die je krijgt.
Creëer een veilige omgeving voor je speelsters. Organiseer bijvoorbeeld nooit een 1-op-1-gesprek in een afgesloten ruimte. Maak gebruik van het vierogenprincipe, dus dat er twee volwassenen aanwezig zijn. Zo voorkom je misverstanden. Je kan bepaalde gesprekken ook voeren met twee speelsters tegelijk, dan kunnen zij elkaar ook helpen in hun ontwikkeling.
Paar minuten zijn voldoende
Hou bij het in- en uitchecken wel in het achterhoofd dat je speelsters vooral komen om te voetballen. Besteed er dus niet te veel tijd aan, een paar minuten voor en na de training zijn vaak al voldoende. Doordat je hier bewust ruimte voor maakt in een veilige omgeving, stimuleer je jonge speelsters om te groeien als voetballer én als persoon.
Een veilige omgeving
Veilig zijn en je veilig voelen vormen een belangrijke basis voor kinderen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Wanneer ze zich niet veilig voelen, is het lastig om het beste uit zichzelf te halen. Maar wat is een veilige omgeving precies? We onderscheiden vier vormen: fysieke, sociale, digitale en psychologische veiligheid.
Bij fysieke veiligheid is een persoon beschermd tegen gevaar veroorzaakt door fysieke oorzaken. Bijvoorbeeld dat de doelen niet zomaar om kunnen vallen en dat de gebouwen op de vereniging veilig zijn. Sociale veiligheid gaat over bescherming tegen gevaar veroorzaakt door anderen in een sociale omgeving. Deze bescherming wordt gewaarborgd door middel van maatregelen, bijvoorbeeld duidelijke omgangsafspraken, vertrouwenscontactpersonen en een VOG voor volwassenen die met kinderen werken. Digitale veiligheid gaat om afspraken over het gebruik van telefoons en social media in de kleedkamer. Vooral over hoe online met elkaar en de tegenstander om te gaan. Psychologische veiligheid heeft betrekking op de interactie tussen mensen en dat mensen zich op hun gemak voelen. Bijvoorbeeld dat ze hun mening kunnen geven, creativiteit durven uiten en fouten durven maken.
Wat kun jij als begeleider van een team doen?
Als begeleider van een team heb je een belangrijke rol om je spelers een veilig gevoel te geven. Allereerst is het belangrijk om duidelijkheid te geven wat jij belangrijk vindt en waar de grenzen liggen. Maak hierbij duidelijke afspraken samen met je team en durf aan te spreken wanneer iets voorvalt wat niet binnen de gemaakte afspraken valt. Steek dit vooral positief in, dus geef aan wat je wél wil zien van ze. Geef daarbij het juiste voorbeeld door open vragen te stellen, niet te oordelen en open te staan voor feedback. Daarnaast kun je de verbinding binnen de groep stimuleren door een goede kennismaking aan de start van het seizoen, maar ook af en toe samen wat leuks te gaan doen.
Tot slot is het goed om bewust te zijn over de manier waarop je met je speelsters in contact gaat. Hierbij gaat het om de veiligheid van je speelsters, maar ook van jezelf. Organiseer bijvoorbeeld nooit een 1-op-1-gesprek in een afgesloten ruimte. Maak gebruik van het vierogenprincipe. Dus dat er voor bepaalde situaties altijd twee volwassenen nodig zijn. Zo voorkom je misverstanden. Je kan ook gesprekken voeren met twee speelsters tegelijk, dan kunnen zij elkaar ook helpen in hun ontwikkeling.
Heb je vragen of wil je meer tips over het coachen van meiden? Neem dan contact met ons op.
Coaching Girls
Neem contact met ons op als je vragen hebt over de Coaching Girls module
‘In- en uitchecken’ is een van de elf thema’s uit de Coaching Girls Module, een initiatief van KNVB en Nike om de coaching in het meiden- en gemengde juniorenvoetbal naar een hoger niveau te brengen en beter aan te laten sluiten op de behoeften van voetballende meiden. Benieuwd naar de andere onderwerpen? Ga naar de Coaching Girls-module!