Ward
Ward Wietses (18)
GJS uit Gorinchem
Trainer JO15 – mixteam
Je bent trainer van een mixteam. Hoe is dat zo gekomen?
“Het leuke van een vereniging is dat je tal van rollen op je kunt nemen. Toen ik 14 jaar was werd ik gevraagd om mee te helpen bij de trainingen van mijn neefje. Ik had tijd over en het leek me leuk. Dus zei ik ja. Zo ben ik erin gerold. Ik heb altijd op hoog niveau aan korfbal gedaan. Op tactisch gebied heb ik goed inzicht, dus daar heb ik me in eerste instantie op gericht. Het eerste jaar ging wat stroef, in het tweede jaar heb ik de KNVB-opleiding VC1 gedaan en in het derde jaar ben ik met collega-trainers Thomas en Rick bij JO14-1 ingestapt. Voor het eerst een mixteam; met 11 jongens en 3 meiden.”
Wat was voor jou de belangrijkste reden om de workshop Coaching Girls te volgen?
“Als trainer vind ik het heel belangrijk om veelzijdig inzicht te hebben in de dingen die ik doe. Bij een mixteam is de dynamiek heel anders dan bij een volledig jongensteam. Er is soms sprake van een bepaalde afstand tussen de jongens en de meiden. Je hoort ook vaak dat meiden binnen een mixteam ‘verwaarloosd’ worden. Ze willen beter worden, maar trainen op een verkeerde manier. Een belangrijk uitgangspunt voor ons is dan ook: hoe zorgen we ervoor dat onze meiden binnen het team een veilige plek hebben? Daar hoopte ik meer over te leren in deze workshop.”
Waar zitten die verschillen? Kun je daar voorbeelden van geven?
“In gedrag en voetbaltechnische aspecten. Qua gedrag zijn jongens in het algemeen meer macho, hebben het hoogste woord, vinden dingen stom, doen alsof niets hen raakt en vertonen veel groepsgedrag. De meiden luisteren met meer aandacht, doen wat er gevraagd wordt en helpen actief mee. Wel zijn ze meer op zichzelf of sluiten zichzelf buiten. Dat moet je als trainer goed in de gaten houden.
Voetbaltechnisch gaat het vooral om de belastbaarheid. Binnen GJS hoorden we geluiden dat meiden in deze leeftijdsfase vaak te ‘zacht’ trainen, wat voor blessures zorgt. Om blessures te voorkomen moet je meiden juist op wedstrijdniveau trainen. Dat houdt in dat het tempo bij een trainingsvorm voor hen dus hoger moet liggen dan voor de jongens. Als trainer ben je continu bezig om die balans te bewaken. Neem de warming-up. Daar zijn jongens zo mee klaar, terwijl de meiden extra oefeningen nodig hebben.”
Heeft de workshop je daarbij geholpen?
“Alleen in de bevestiging dat je inderdaad op die manier moet trainen. Maar ik had graag wat meer handvatten mee willen krijgen. Dat er gekeken zou worden naar onze trainingsoefeningen bijvoorbeeld. Die technische verdieping miste ik. Het voelde meer als een bijeenkomst met de vraag: hoe geven we meiden en vrouwen binnen de vereniging meer aandacht? Dat is ook prima, maar sluit niet helemaal aan bij de zaken waar wij als trainers mee bezig zijn.”
Dat is vooral die veilige omgeving creëren?
“Ja, dat is echt belangrijk. Wij willen graag dat al onze spelers – meiden en jongens – het met ons delen als ze ergens mee zitten. We zijn namelijk niet alleen hun trainers, maar ook hun begeleiders in een deel van hun leven. Het is super belangrijk dat kinderen sporten en met name in een teamsport leer je ontzettend veel. Daarom is het zaak dat iedereen wordt gewaardeerd en gerespecteerd. Daar ben je als trainer voor verantwoordelijk. Die verantwoordelijkheid moet je ook echt pakken, in plaats van zomaar wat doen. Een klein voorbeeld: meiden van deze leeftijd worden ongesteld. Als zij vragen of ze naar de wc mogen, dan is het direct ‘ja’. Want je weet dat zoiets belangrijk is.
Hetzelfde geldt voor het inchecken, het contactmoment voor een training. Jongens geven ons een boks en zeggen gedag. We vragen hoe het gaat, in zijn algemeenheid en op school. Zo ondersteun je het kind en laat je merken dat hij altijd bij je terecht kan als er iets speelt. Meiden hebben meer incheck nodig. Even een kop thee erbij, en vragen hoe ze zich voelen en of ze zin hebben in de training. En soms hebben ze een extra zetje nodig. Als het koud is, of geen zin hebben. Dan ren ik vaak even een rondje mee zodat ze gezien worden en het idee hebben dat de trainer hen begrijpt. Op die manier laat je de meiden beter presteren. We zijn geen FC Barcelona, dus moet je op een andere manier tot een beetje discipline en doorzettingsvermogen komen.”
Zou je de workshop aanbevelen aan anderen?
“Ja, maar alleen als je echt wat meer wilt doen met dit thema. Bijvoorbeeld als je meer wilt weten over gedragswerking bij meiden en vrouwen, en hoe te handelen. Maar niet als je behoefte hebt aan specifieke oefeningen of inhoudelijke trainingsvormen. Dan kun je veel beter de opleiding VC1 volgen. Voor mij was het te oppervlakkig. Teveel gericht op puur en alleen vrouwen, op hun positie binnen de vereniging en over geld en budget. Het voelde niet als een workshop waarbij je aangemoedigd werd om trainer van een meiden- en of mixteam te worden.”

